Aanpak van buitenlandbegeleiders

Anja is buitenlandbegeleider vanuit de Bourgogne in Frankrijk. In dit interview stelt ze zich aan je voor.

“Sinds 11 jaar woon ik in Frankrijk. Voor Traject 58 zoek ik naar geschikte gastgezinnen. De voorwaarden waaraan die gezinnen moeten voldoen, lijken veel op die voor pleeggezinnen in Nederland. Daarbij moeten we ook voldoen aan Franse wetgeving. Mijn screening is dus grondig.”

Wat voor gezinnen zoek je dan?

“Alle gastzinnen in mijn bestand zijn agrariërs – boeren dus. Ze wonen in een gebied waar weinig te beleven valt. Denk hierbij aan weilanden tot ver voorbij de horizon of juist meer bosrijke gebieden. Meestal zijn het traditionele gezinnen met een man, vrouw en kinderen. Dat houdt het overzichtelijk voor onze jongeren.” 

“De boer en boerin zijn geen hulpverleners, maar echt een gastgezin. Ze geven een jongere opvang, een slaapplek en goed te eten. De gezinnen die ik selecteer kunnen natuurlijk tegen een stootje. Deze boeren gaan vaak ongestoord en stoïcijns hun gang. Vaak zien jongeren zo voor het eerst hoe fijn een normaal gezin kan zijn.”

En hoe help jij de jongeren?

“In het kort is het mijn taak om jongeren en het gastgezin te begeleiden. Ik bezoek ze minimaal één keer per week en werk dan met de jongere aan de doelen die hij of zij zelf heeft opgesteld. Ik bewaak de voortang en stem dit steeds af met trajectbegeleiders in Nederland.”

Hoe komt een jongere aan op zo’n boerderij?

“Vrij cold turkey. We bereiden een jongere natuurlijk voor, maar het plaatje in iemands hoofd is altijd anders dan de werkelijkheid. Soms mooier, soms minder mooi. Maar altijd is er een shockeffect. Je moet je voorstellen dat je aankomt op een erf waarop de tijd vijftig jaar heeft stilgestaan. Je bent omringd met mensen die een andere taal spreken en wij als begeleiders zijn vrij snel vertrokken.” 

Dat lijkt allemaal heel snel te gaan, toch?

“Dat klopt wel, maar zo staat een jongere direct met beide voeten op de grond. Koppie omhoog, contact maken en je best doen als je iets wilt bereiken.”

“Van tevoren hebben we dit shockeffect al met de jongere besproken. En bijna altijd is een van de doelen dat een jongere wil leren doorzetten en leren hoe je afspraken nakomt. Bij zo’n kennismaking is de eerste neiging dat ze weg willen. Dat benoemen we en daardoor kunnen we ze binnen boord houden. Dat gaat niet zonder slag of stoot, zeker als afkickverschijnselen een rol spelen. Daarom wachten we het drie weken af. Daarna wil bijna iedereen er voor gaan en kiezen ze zelf om te blijven.” 

Hoe gaat het na die eerste fase?

“Het eerste waaraan wij werken, is zorgen dat er structuur komt. Samen maken we een vast patroon met een slaapritme, eetritme en werkritme. Gemiddeld komt er na zes weken rust. De jongere raakt gewend aan het nieuwe leven en begint de taal te leren. Op dat moment gaan we werken aan onderliggende problemen. Deze stabiliteitsfase duurt over het algemeen zes weken tot acht maanden.”

 En wat doen jullie in deze stabiele fase?

“Het uiteindelijke doel is natuurlijk dat iemand terug in Nederland normaal kan functioneren in de maatschappij. Hiervoor werkt een jongere aan de doelen die hij of zij zelf heeft gesteld, natuurlijk wel onder begeleiding van mij of andere collega’s. Uiteindelijk draaien die doelen allemaal om één ding: wat wil je nou zelf? Dat is verhelderend en prettig, én lastig. Want de regie krijgen is heel fijn, maar ook ingewikkeld en vermoeiend. Die aanpak zijn ze niet gewend.”

Hoe pak jij dat dan aan?

“We hebben geen standaard aanpak, want we kijken wat bij iemand aansluit. Maar vaste elementen zijn langzaamaan steeds meer vrijheid geven. Dingen weer leuk gaan vinden en dingen leren afmaken. Als een afspraak niet wordt nagekomen, lopen we ook niet weg voor een confrontatie. Dat hoort erbij. Doordat we de intrinsieke motivatie versterken, is tijdelijke frustratie niet erg.”

En hoe zorg je dat iemand weer veilig terug kan naar Nederland?

“Eerst moet iemand hebben bewezen dat het in het buitenland goed gaat. We moedigen jongeren ook aan om brieven te schrijven naar mensen uit hun ‘systeem’, dus bijvoorbeeld hun ouders, een vriend of vriendinnetje. Omdat communiceren via brieven lang duurt, is er de tijd om op het belang van woorden te letten. Een brief is veilig en heel geschikt om dingen te bespreken, want vaak is er veel gebeurd tussen een jongere en bijvoorbeeld zijn ouders.”

“Via een brief kun je elkaar de waarheid zeggen, zonder elkaar in de ogen hoeven te kijken en zonder te schreeuwen. Vaak vraagt een jongere of wij willen meelezen en helpen om dingen te verwoorden. Zelfs als je een brief niet verstuurt, is het waardevol om je gevoelens en gedachten eens op papier te zetten.”

Spreken jullie als begeleiders ook met iemands ouders?

“Ja, in Nederland werkt tegelijkertijd een trajectbegeleider met de ouders en andere mensen uit de omgeving van een jongere. Deze trajectbegeleider komt eens per zes weken de jongere in het buitenland opzoeken en blijft hem of haar terug in Nederland begeleiden. Dat is belangrijk, want die begeleider weet precies wat een jongere heeft meegemaakt.”

“En terug in Nederland wordt het echt oefenen. Je vrienden zijn hetzelfde, je gaat naar dezelfde school en de maatschappij vraagt weer veel. Maar de veilige boerderij is weg. Je ziet dan weleens een terugval en dat moeten wij doorbreken. Daarom duren onze trajecten zo lang. Het kost tijd om nieuw gedrag aan te leren en te ontdekken hoe je situaties anders kunt oplossen. Iemand moet sterk genoeg zijn om het ook in Nederland voor elkaar te krijgen.”

En krijgen jongeren het dan op een presenteerblaadje?

“Onze filosofie is dat een jongere de eigenaar is van een probleem én de oplosser van het probleem. Een jongere houdt dus zelf de regie, want zo is het ook in het echte leven. Niet afwachten op een woonplek, maar zelf initiatief nemen, acties uitzetten en mensen vragen. En dan niet alleen voor een woonplek, maar ook voor je dagbesteding. Door zelf keuzes te maken én de effecten van die keuzes te zien, voelt een jongere zich weer verantwoordelijk voor zijn leven. En zo krijgen ze er weer lol in.”

Neem contact met ons op

"*" geeft vereiste velden aan